8 min read

Wat zorgt ervoor dat het publiek je nieuwsproducten gebruikt?

Welke producten en functionaliteiten zorgen ervoor dat je publiek het meest actief is? Wat zorgt ervoor dat ze daadwerkelijk aan de slag gaan met dat wat je maakt en dat ze regelmatig terugkomen?
Wat zorgt ervoor dat het publiek je nieuwsproducten gebruikt?
Foto: Zak G / Unsplash

Waarschijnlijk ken je het wel: de week voordat je op vakantie gaat is hectisch. Er moet een heleboel werk af, maar je wilt ook de rust en tijd vinden om je koffer goed in te pakken. Nu vertrek ik vandaag op vakantie, dus schrijf ik deze nieuwsbrief aan het einde van een week waarin ik elk uurtje dat ik aan werk kon besteden, aan werk heb besteed. Gelukkig is het na het versturen van deze nieuwsbrief tijd voor ontspanning.

Dat betekent ook dat je mijn nieuwsbrief even moet missen. Op zaterdag 16 november ben ik er weer. Voor de liefhebbers heb ik een publicatieschema gemaakt, zodat je als abonnee of lid precies weet waar je aan toe bent.

In deze laatste editie voor mijn vakantie wil ik het met je hebben over:

  • Der Spiegel bracht in kaart wat gebruikers actief maakt binnen hun digitale producten en dat zou eigenlijk iedereen moeten doen.
  • De positie van Google als dé zoekmachine staat onder druk.

Der Spiegel bracht in kaart wat gebruikers actief maakt binnen hun digitale producten en dat zou eigenlijk iedereen moeten doen

Welke producten en functionaliteiten zorgen ervoor dat je publiek het meest actief is? Wat zorgt ervoor dat ze daadwerkelijk aan de slag gaan met dat wat je maakt en dat ze regelmatig terugkomen? Dat wilde het Duitse tijdschrift Der Spiegel weten. En dan niet door gewoon te kijken naar de pageviews in hun analytics, maar door daadwerkelijk een onderzoek te doen waarin zij keken naar het gedrag en de voorkeuren van het trouwste deel van hun publiek.

In een uitgebreid artikel op The Audiencers wordt uitgebreid ingegaan op dit onderzoek. Om te beginnen is men drie dingen gaan doen:

  1. Alle functies die er zijn in kaart brengen en groeperen, waarbij men enkel heeft gekeken naar de functies die altijd beschikbaar zijn. Dit was het resultaat:
  1. Vervolgens heeft men een selectie gemaakt van enkel actieve gebruikers van de producten van Der Spiegel. Het tijdschrift gaf gebruikers al een engagement score mee op basis van hun gedrag middels een eerder gedefinieerde scoringsmechaniek. Zo kon men makkelijk de gebruikers filteren met een minimale engagement score.
  2. Tot slot is er gedefinieerd wanneer een functie 'regelmatig gebruikt wordt'. Men heeft ervoor gekozen dat een functie minstens één keer per week werd gebruikt in een periode van de vier weken die de onderzoekers hebben bekeken.

Op die manier kun je dus in kaart brengen welke functies actieve gebruikers regelmatig gebruiken. Vervolgens zijn de onderzoekers met die gebruikers in gesprek gegaan en hebben ze enquetes uitgestuurd. In combinatie met de beschikbare gebruikersdata konden de onderzoekers niet alleen in kaart brengen hoe en hoe vaak de functionaliteiten werden gebruikt, maar ook waar ze de voorkeur aan gaven.

Het resultaat is een matrix waarin de functies zijn geplot op basis van het gebruik en de voorkeur van het publiek:

Je ziet hierbij dat de app op beide factoren ontzettend goed scoort, maar bijvoorbeeld ook dat opinie-artikelen, ondanks hun hoge gebruik, geen sterke voorkeuren genieten van de lezer. Video doet het op dat vlak helemaal slecht.

Door de interviews met gebruikers kunnen deze voorkeuren ook nog verder worden geduid:

We know from interviews that people particularly enjoy watching videos if they offer clear added value to what they have already read. A broken dam or the facial expressions and gestures in a political discussion can be conveyed more impressively via the medium of video.

In mijn ogen is dit een super waardevol onderzoek voor een nieuwsmerk, omdat je hiermee kunt bekijken welke functies je misschien prominenter moet maken of waar je redactioneel meer tijd en energie in wil stoppen. Of andersom: waar je juist meer aandacht aan wil besteden.

Ik denk dat voor de meeste nieuwsmedia geldt dat ze niet zo'n goed beeld hebben van welke functionaliteiten nu het beste werken om gebruikers actief te krijgen en te houden. En ik denk dat het onderzoek van Der Spiegel een prachtig voorbeeld is.


De positie van Google als dé zoekmachine staat onder druk

Als het gaat om zoekmachines dan is Google inmiddels zolang de meeste mensen zich kunnen herinneren de enige echte zoekmachine. Natuurlijk heb je privacyvriendelijke zoekmachines zoals DuckDuckGo en Startpage, maar het marktaandeel daarvan is marginaal. En Bing wordt vooral gebruikt door mensen die niet weten hoe je Google als standaard zoekmachine instelt.

Eén van de redenen dat Google een monopolie heeft, is dat het bedrijf er alles aan heeft gedaan om die monopolie te krijgen en te behouden. Dit jaar werd duidelijk dat Apple heeft afgezien van plannen om een eigen zoekmachine te maken omdat Google jaarlijks miljarden betaalt om de standaardzoekmachine op de iPhone te zijn.

Drie jaar geleden konden we ons bijna niet voorstellen dat we ooit een andere go-to-zoekmachine zouden krijgen dan Google, maar inmiddels is het een vrij realistisch scenario dat we over tien jaar niet meer zo massaal Google gebruiken als nu.

Daar zijn een drietal redenen voor:

  1. Door regulering zou het zomaar kunnen dat de monopoliepositie van Google actief wordt beperkt. Terwijl de EU met de DMA probeert zogeheten poortwachters, waaronder Google, te reguleren, heeft een rechter in de VS deze zomer bepaald dat Google zijn monopoliepositie op de zoekmachinemarkt heeft misbruikt. Het is nu wachten op wat het gevolg van deze sanctie is.
  2. De kwaliteit van de zoekresultaten staat onder druk. Doordat het met taalmodellen een fluitje van een cent is om content te maken met als enige doel hoog in Google terechtkomen in plaats van mensen daadwerkelijk helpen, gaan mensen steeds vaker niet goed kunnen vinden waar ze naar zoeken. Het zoeken naar goede en onafhankelijke reviews van producten door experts/journalisten is al heel lang verschrikkelijk. Inmiddels komt daar nu een heleboel AI-troep mee van sites die hopen via affiliatelinks geld te verdienen met nepreviews.
  3. AI-bedrijven proberen een alternatief te bieden voor Google. Ze ontwikkelen eigen zoekmachines waarbij linkjes niet leidend zijn, maar antwoorden die worden voorzien van bronlinkjes.

Of de AI-bedrijven daadwerkelijk marktaandeel van Google af kunnen pakken is afwachten. Toen Bing via de technologie van OpenAI een chatbot toevoegde aan zijn zoekmachine, in de hoop te concurreren van Google, groeide het gebruik van Bing als zoekmachine niet. En een dienst als Perplexity is bij slechts een heel kleine groep internetgebruikers bekend; tegelijkertijd staat het bedrijf onder druk vanwege beschuldigingen van auteursrechteninbreuk.

Deze week kwam er een belangrijke nieuwe zoekmachine bij: ChatGPT. OpenAI kondigde eerder al bezig te zijn met SearchGPT, maar uiteindelijk koos het bedrijf om niet een losse zoekmachine te bouwen, maar een zoekfunctie toe te voegen aan ChatGPT. De chatbot gebruikt automatisch zijn zoekmachinemodus als hij denkt dat het relevant is voor de vraag of opdracht die je invoert. En je kunt met een druk op een wereldbol-icoontje handmatig de zoekmachine opstarten.

Dat zoeken werkt op een heel andere manier dan je gewend bent van Google. Je krijgt je antwoord in alinea's die GPT heeft geschreven op basis van zoekresultaten die het heeft gevonden en toont daarbij duidelijk de bron met een link. Met een klik op een knop 'Bronnen' kun je een lijstje linkjes krijgen. Je kunt echter niet oneindig door zoekresultaten scrollen om te kijken wat er allemaal gevonden is. ChatGPT maakt een heel duidelijk selectie en je moet er maar op vertrouwen dat hij goed is.

Compleet is hij sowieso niet. Heel veel sites blokkeren OpenAI. Daardoor kan het bedrijf niet alleen de content niet gebruiken voor het trainen van zijn taalmodellen, maar mag het de site ook niet bezoeken om eenmalige informatie op te halen.

En op dat vlak is er iets interessants aan de hand. Google is druk bezig met de uitrol van wat het AI Overviews noemt: door AI gegenereerde antwoorden op zoekvragen die boven de lijst links worden getoond. In tegenstelling tot OpenAI mag Google hier wel alle content voor gebruiken, want Google gebruikt hiervoor dezelfde toegang tot sites als voor het indexeren van pagina's voor de zoekmachine. Oftewel: wil je niet dat de inhoud van je website gebruikt wordt voor AI Overviews, moet je Google verbieden om je site op te nemen in de zoekresultaten. En dat wil natuurlijk niemand, waardoor Google zijn monopoliepositie misbruikt om een betere AI-zoekmachine aan te bieden dan OpenAI ooit zal kunnen.

Zolang websites AI-bedrijven als OpenAI de toegang tot hun site ontzeggen, zal een AI-concurrent van Google dus nooit zo goed kunnen worden als Google zelf. En als zo'n zoekmachine niet goed is, zal het ook nooit een significant marktaandeel kunnen behalen. Dat terwijl dat de enige reden voor sites kan zijn om AI-bedrijven alsnog toegang te geven tot hun sites; als het ze daadwerkelijk verkeer oplevert.

Wat dat betreft blijft het eerste punt uit mijn lijstje redenen dat het marktaandeel van Google wel eens kan gaan afnemen het belangrijkste: regulering. Daarbij gaat het niet om de vraag of andere techbedrijven beter of slechter zouden zijn dan Google, maar wel om een eerlijk speelveld, waarin je als eigenaar van een site vrijer bent in welk bedrijf je wel en welke je geen toegang geeft tot je site. En vooral waarin consumenten de beste zoekmachine kunnen gebruiken.


Kort

  • Eén van de toezichthouders van Ongehoord Nederland, Gert Jan Mulder, heeft een hele reeks racistische en discriminerende uitspraken gedaan. De Volkskrant schreef een portret van deze vreselijke man. Minister Bruins van OCW reageerde nog dezelfde dag op deze onthullingen.
  • Goed nieuws: er komt vanaf 2026 structureel 15 miljoen euro beschikbaar voor onderzoeksjournalistiek. Een deel daarvan gaat naar PersVeilig, de rest zal worden verdeeld via subsidieregelingen van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek en het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.
  • Axios bracht in kaart welke plekken in de VS geen enkel nieuwsmedium hebben, maar ook waar de kans groot is dat binnenkort de laatste aanwezige journalisten verdwijnen. Als je zo'n kaart ziet, ben ik erg blij dat de kaart van Nederland er nog niet zo uitziet.
  • Ik heb de afgelopen tijd al vaker geschreven over hoe Substack steeds verder afdrijft van waar het ooit begonnen is: een nieuwsbriefdienst. Een belangrijke verandering is dat binnen het eigen platform van Substack lezers nu ook mensen kunnen volgen zonder zich in te schrijven voor een nieuwsbrief. Hierdoor verzamel je als maker niet langer automatisch de mailadressen van je publiek, waardoor je ook niet meer makkelijk weg kunt bij Substack. Dat terwijl de kracht van nieuwsbrieven altijd was dat je als maker niet afhankelijk bent van een platform, maar zelf een relatie met je publiek hebt.
  • Google hoeft zich in Canada voorlopig niet aan de Online News Act te houden, die het (onder meer) verplicht maakt om deals te sluiten met uitgevers voor het gebruik van nieuws. Deze wet is de reden dat Facebook nieuws blokkeert in Canada. Google kan onder de handhaving van de wet uitkomen door een soort afkoopregeling, waarbij het 100 miljoen Canadese dollar (zo'n 67 miljoen euro) per jaar betaalt die door de overheid wordt verdeeld onder uitgevers.
  • Op X zijn er groepen gebruikers die samen desinformatie rondom de Amerikaanse presidentsverkiezingen delen en zorgen voor engagement op elkaars berichten, zodat ze geld krijgen van X. Hoeveel ze krijgen is afhankelijk van de hoeveelheid engagement op hun berichten, waardoor het gecoördineerd verder verspreiden van elkaars berichten geld oplevert.
  • Facebook heeft in de VS een groot probleem met misleidende advertenties bedoeld om persoonlijke informatie te verzamelen, waarin politici de hoofdrol spelen. Hiervoor worden Facebook-groepen die in handen zijn van internetcriminelen en gehackte accounts gebruikt.
  • Whisper, een veelgebruikte AI-model voor het transcriberen van gesproken tekst, blijkt wel eens te hallucineren. Hierbij gaat het niet om een fout woord, maar om het verzinnen van complete zinnen. Niet heel handig als je dit als journalist gebruikt, zonder nog even goed te checken of de transcriptie wel klopt...
  • Meta heeft een eigen variant gemaakt van de AI-tool van Google's NotebookLLM die op basis van documenten een podcast kan genereren. Meta deelt trots dat hun variant 'open' is, in tegenstelling tot Google's technologie, maar in de praktijk is het resultaat van Meta's tool stukken minder goed.