7 min read

Tijdschriften uitgever Roularta laat AI tijdschriftstukken herschrijven voor de website

Wat voor mogelijkheden biedt generatieve AI aan tijdschriftenuitgever?
Tijdschriften uitgever Roularta laat AI tijdschriftstukken herschrijven voor de website
Afbeelding: micheile henderson / Unsplash

In mijn nieuwsbrief wil ik het dit weekend met je hebben over:

  • Hoe Roularta Media tijdschriftartikelen laat herschrijven voor online met kunstmatige intelligentie.
  • Adobe maakt het makkelijker om herkomst aan media toe te voegen en weer te geven.

Hoe Roularta tijdschriftartikelen laat herschrijven zodat ze zijn geoptimaliseerd voor SEO

Wat voor mogelijkheden biedt generatieve AI aan tijdschriftenuitgever? Over die vraag bogen de redacties van Roularta Nederland (de uitgever van o.a. EW, Kijk, Happinez, delicious.magazine etc.) zich eind vorig jaar. Redacties gingen zelf spelen met AI-tools en presenteerden begin dit jaar aan elkaar ideeën voor wat zij binnen hun titel zouden willen doen met generatieve AI.

Het resultaat: de ene titel wilde automatisch voorgelezen artikelen op de website, de andere bedacht het idee om bij het maken van een special de hulp in te roepen van ChatGPT. Vervolgens zijn er verschillende projecten opgepakt en is men daadwerkelijk aan de slag gegaan om dingen te gaan maken met generatieve AI binnen het redactieproces. Vanuit de behoeftes die de redacties zelf hadden dus, vertelden Rutger Houweling, Head of Digital Content en Rajno van Wilgenburg, Lead Web & Content. Ze vertelden me over hoe binnen Roularta nu gebruik wordt gemaakt van AI, maar ook vooral over de zoektocht naar het hoe en wat.

De meest concrete toepassing die inmiddels bij meerdere magazinetitels wordt gebruikt is het automatisch herschrijven van artikelen uit het magazine tot SEO-geoptimaliseerde artikelen voor de site. Dat is in eerste instantie uitgeprobeerd bij Landleven. Van Wilgenburg vertelt daarover:

Ze halen hun eigen artikelen door het systeem Typetone. Die hebben templates voor ons opgebouwd die artikelen dus optimaliseren naar SEO-artikelen. De redactie zoekt in hun oude content naar wat de goede evergreen-onderwerpen zijn. Dingen die elk jaar weer terugkomen of die nooit op de site zijn gekomen. En die optimaliseren ze dan met Typetone. Daar moet wel eindredactie overheen, omdat, ook al is Typetone goed in het personaliseren naar tone of voice, de match nooit 100 procent is, eerder zo'n 80 procent, dus daar moet wel eindredactie overheen. Daarnaast moet de redactie ook zelf het zoekwoordonderzoek doen om te bepalen waar het artikel op wordt geoptimaliseerd, want dat is iets wat Typetone niet voor je doet.

Niet iedereen in de journalistiek is fan van dit soort toepassingen van generatieve AI, maar op de tijdschriftenredacties van Roularta is dit soort automatisering zeer welkom.

Ze wilden al een tijdje content herschrijven voor SEO, maar ze hadden er geen tijd en mankracht voor. Nu hebben ze nog steeds weinig tijd en niet de mankracht, maar wel de spullen waar ze het misschien wat beter of wat sneller mee kunnen doen.

Ik zie dezelfde soort reacties ook bij redacties van lokale omroepen en huis-aan-huisbladen. Op kleine redacties, waar altijd te weinig tijd is en te veel werk, wordt generatieve AI omarmd om zaken als het herschrijven van berichten te automatiseren, omdat dit tijdrovend werk is en uiteindelijk niet het werk waar je als redacteur blij van wordt.

Houweling plaatst overigens wel een kanttekening bij:

Het is wel doorzetten, want het is niet zo van, 'oké, het artikel gaat erin, hij wordt herschreven, en inderdaad, het is meteen een goed artikel'. Soms gaat het ook gewoon niet goed of worden er rare tussenkopjes aan toegevoegd door Typetone. De kunst is dan om wel om niet meteen op te geven, omdat het tijd kost om het te corrigeren en je dus het gevoel hebt dat je het net zo goed zelf kunt herschrijven. Dat was in het begin soms het sentiment dat er leefde.

Inmiddels wordt het toegepast bij meerdere titels binnen de uitgever. En blijkt het er ook nog voor te zorgen dat de redacties, die nog steeds heel erg gefocust zijn op magazines die ze maken, meer online-minded gaan schrijven. Redacteurs leren van het herschrijfwerk dat kunstmatige intelligentie voor ze doet en ze worden dus zelf beter in het schrijven voor de website.

Het is het meest concrete voorbeeld van hoe generatieve AI nu wordt ingezet bij Roularta Nederland, maar zeker niet het enige. Bij Beleggers Belangen hebben ze een vervelend klusje dat de redactie moest doen deels kunnen automatiseren. De site heeft losse pagina's met informatie over specifieke aandelen en die moet eens in de zoveel tijd worden bijgewerkt. Dat laat de redactie nu doen door ChatGPT met een speciale GPT (een chatbot die een specifieke taak heeft) die ze daarvoor hebben gemaakt. Uiteraard moet de informatie voor publicatie worden gecontroleerd, maar volgens Houweling zorgt het voor een flinke tijdswinst.

Bij foodtijdschrift delicious., dat van origine Australisch is, wordt maandelijks een aantal Engelstalige artikelen aangeleverd. Deze worden tegenwoordig door ChatGPT vertaald en vervolgens wordt Typetone gebruikt om de eigen tone of voice toe te passen en ervoor te zorgen dat recepten op de juiste manier zijn uitgeschreven.

Maar niet alleen bij het maken van content wordt generatieve AI ingezet. De hoofdredacteur van het tijdschrift Seasons heeft ChatGPT gebruikt als sparringspartner voor het samenstellen van een special. Hierbij is gekeken naar een combinatie van bestaande content en nieuwe content. Er kwamen volgens Van Wilgenburg ideeën uit waar de hoofdredacteur zelf niet opgekomen was. En na een middagje sparren met de chatbot was de volledige opzet voor het het magazine af en was de helft van de special ook al gevuld doordat er gebruik kon worden gemaakt van bestaande content.

Een volgende toepassing waar Roularta naar kijkt is om geschreven artikelen om te zetten naar video's voor op social media. De tool StoryKit biedt dit aan en Houweling wil kijken of dit toe te passen is op de redacties van verschillende magazines. En zo ontstaan er steeds weer nieuwe ideeën en mogelijkheden, waarbij volgens Houweling en Van Wilgenburg de truc is om het als kleine projecten op te pakken. Op die manier kunnen er snel dingen worden geprobeerd bij één redactie en vervolgens uitgerold binnen de organisatie.


Adobe maakt het makkelijker om herkomst aan media toe te voegen en weer te geven

Ik schrijf al jaren in mijn nieuwsbrief over wat er gebeurt op het gebied van wat ook wel content authenticity of proof of provenance wordt genoemd: het toevoegen van metadata aan media, waardoor de originele maker en herkomst te achterhalen zijn. Deze informatie blijft in principe gekoppeld aan foto of video, ook als deze opnieuw wordt gepubliceerd of bewerkt. Alle bewerkingen die zijn gedaan kunnen in principe zelfs worden opgeslagen en getoond.

Adobe is één van de partijen die hier al heel lang mee bezig is, maar de ontwikkeling gaat traag. Trager dan de technologie die het mogelijk maakt om media te creëren en manipuleren, waardoor het belang van dit soort technologie nog groter wordt.

Het probleem is dat om dit te laten slagen je eigenlijk heel veel bedrijven aan boord moet krijgen. Je wilt het eigenlijk dat chip- en telefoonfabrikanten de technologie al inbouwen, zodat de metadata al bij het maken van een foto of video wordt toegevoegd, maar ook platforms waarop je zelf content kan publiceren (social media) en media moeten de techniek omarmen. De Coalition for Content Provenance and Authenticity heeft best wat grote partijen aan boord en heeft ook de benodigde technologiestandaard ontwikkeld. Nu gaat het om de implementatie en adoptie ervan.

Op dat vlak heeft Adobe een belangrijke aankondiging gedaan: na integratie in software als Photoshop, is het vanaf begin volgend jaar mogelijk om via een online tool zelf informatie toe te voegen aan foto's. Hiervoor hoef je dus geen Photoshop te gebruiken. Je uploadt je foto, video of audiobestand, voegt de gewenste metadata toe en deze wordt gekoppeld aan het bestand (of in één keer aan een heleboel bestanden). En dat niet alleen: je kunt ook meteen aangeven dat je niet wilt dat je bestand wordt gebruikt voor het trainen van AI-modellen. Adobe zelf houdt zich hieraan, maar dat is geen garantie dat andere techbedrijven zoals OpenAI of Google iets met dit verzoek doen. De hoop is dat ze dit wel gaan doen, omdat ze de Content Credentials-standaard verder wel hebben omarmd.

Maar niet alleen het toevoegen van deze metadata is nog een probleem, ook de zichtbaarheid ervan. Nog bijna nergens is het mogelijk om deze informatie te tonen als je een foto of video tegenkomt. Daarom heeft Adobe naast een site ook een browserplugin ontwikkeld, waardoor je die voortaan kunt vragen om de Content Credentials op een site te tonen, als deze aanwezig zijn in de bestanden in kwestie. Deze moet over een paar maanden beschikbaar komen.

Het zijn nieuwe, kleine stappen. Ik ben nog steeds sceptisch of dit uiteindelijk breed wordt omarmd, maar zolang er ontwikkeling is op dit vlak wordt de kans groter dat het uiteindelijk gaat lukken om dit een standaard onderdeel van het internet te maken.

Kort

  • Arnold Karskens is ontslagen als voorzitter van Ongehoord Nederland, nadat hij deze zomer op non-actief werd gesteld. Er zouden klachten zijn geweest over zijn functioneren, maar hij claimt zelf dat hij eruit is gewerkt.
  • The Guardian komt met een kopie van reviewsite The Wirecutter van The New York Times, genaamd The Filter. Aan de ene kant slim, want The Wirecutter bewijst dat er vraag is naar goede reviews. Tegelijkertijd komt de Britse krant er vrij laat mee. Reviews zijn inmiddels het type content waar het internet mee wordt overspoeld door generatieve AI (fake reviews dan wel te verstaan) en waarbij het op Google bijna onmogelijk is om nog boven te komen drijven (terwijl mensen vooral via Google bij reviews uitkomen).
  • In augustus besloot een Amerikaanse rechter dat Google een monopoliepositie op de (advertentie)markt voor zoekmachines heeft. Er is echter nog niet bepaald wat het gevolg hiervan is. Het gaat daarbij in de media vooral over het opbreken van Google in losse bedrijven, maar de kans dat dat uiteindelijk gebeurt is helemaal niet zo groot. Techjournalist Casey Newton zette in zijn nieuwsbrief de mogelijke scenario's uiteen.
  • De procureur-generaals van 14 Amerikaanse staten slepen TikTok voor de rechter, omdat het platform verantwoordelijk zou zijn voor mentale schade bij minderjarige gebruikers en het verzamelen van data van kinderen zonder toestemming
  • Meta heeft zijn AI-functionaliteiten in zes nieuwe landen beschikbaar gemaakt en de komende weken volgen er nog 15. Er zijn echter geen EU-lidstaten bij, vanwege de Europese regelgeving. Dankzij Brexit kunnen de Britten echter wel al gebruikmaken van Meta AI.
  • X gaat betalende gebruikers niet langer betalen voor hun posts op basis van advertenties in de replies, maar op basis van engagement door andere betalende gebruikers. Mensen betalen op basis van engagement van hun posts, waar zou dat nou toch tot leiden?