Social media zorgt voor verdeeldheid, maar journalisten nog veel meer, vinden mensen
Afgelopen donderdag gaf ik een presentatie aan een groep journalisten op Curaçao. De overheid daar heeft het initiatief genomen voor een zesdaagse masterclass, waarvoor ook een aantal Nederlanders waren gevraagd om een gedeelte van het programma te verzorgen, waaronder ik dus.
Er is veel media aanwezig op het eiland, maar een publieke omroep ontbreekt. Alle media is in private handen en financieel is het, net als bij lokale media in Nederland, uitdagend. Tegelijkertijd ontbreekt het aan zaken die voor ons heel normaal zijn: er is geen mediawet, geen club als de NVJ die de belangen van journalisten behartigt en je kunt geen opleiding journalistiek volgen op het eiland.
Wat dat betreft was het voor de deelnemers bijzonder dat er een dergelijke masterclass was georganiseerd. En voor mij bijzonder om een sessie te verzorgen voor een doelgroep die ik veel minder goed ken dan waar ik normaal voor spreek. Het was in dat opzicht niet alleen voor de deelnemers een leerzame ervaring; ik heb zelf ook ontzettend veel geleerd.
En het zou zomaar kunnen dat ik één van de deelnemers heb geïnspireerd om een nieuwsbrief te beginnen.
Over nieuwsbrieven gesproken. Ik schrijf deze editie vanuit het vliegtuig terug terwijl om me heen zo ongeveer iedereen slaapt. Ik kan zelf nooit slapen in het vliegtuig, dus het schrijven van een nieuwsbrief leek mij een prima tijdverdrijf. Ik wil het met je hebben over:
- Van alle platforms vinden mensen dat social media het grootste negatieve effect op de maatschappij heeft.
Van alle platforms vinden mensen dat social media het grootste negatieve effect op de maatschappij heeft
Het Reuters Institute heeft onderzoek gedaan naar hoe het publiek aankijkt tegen de rol die platforms spelen in het medialandschap. En dan specifiek naar het effect op de democratie en maatschappij. Het onderzoek is uitgevoerd in acht landen in Azië, Europa, Noord-Amerika en Zuid-Amerika. Nederland zat er niet bij, maar door de brede selectie van landen geeft het wel een interessant inkijkje in hoe men hier internationaal naar kijkt.
De onderzoekers hebben onder meer gevraagd in hoeverre bepaalde dingen makkelijker of juist moeilijker zijn geworden door platforms. Daarbij zaten positieve dingen (jezelf vrij kunnen uiten, informatie kunnen vinden etc.) en negatieve dingen (de verspreiding van desinformatie, verspreiding van extreme standpunten etc.). Wat opvalt is dat bij de negatieve punten veel meer mensen zeggen dat het makkelijker is geworden dan bij de positieve punten.
Er is ook gevraagd naar of men vindt dat bepaalde technologieën en beroepsgroepen mensen dichter bij elkaar brengen of juist zorgen voor meer verdeling. Niet geheel onverwacht vindt men dat social media zorgt voor verdeling. Bij videonetwerken is men opvallend genoeg nog net positief over het effect. Journalisten scoren behoorlijk slecht en zouden volgens een ruime meerderheid zorgen voor verdeling...
Op sommige punten zijn de verschillen tussen de landen overigens groot. Er is mensen gevraagd of ze vinden dat verschillende platforms een positief of negatief effect hebben op henzelf. En daarbij zie je, zeker bij social media, grote verschillen tussen de diverse landen.
De Duitsers zijn trouwens over alle platforms veel negatiever dan de rest. Ook leeftijd zorgt voor grote verschillen:
Het rapport gaat verder diep in op het effect van politieke voorkeur op hoe men naar de platforms kijkt en ook of men vindt dat de platforms zelf politiek neutraal zijn. Ik heb ervoor gekozen om het in deze nieuwsbrief niet uit te lichten, maar het is zeker een interessant hoofdstuk in het onderzoek.
Het hele rapport is hier te downloaden.
Kort
- De NPO start met een jongerenraad die de publieke omroep structureel wil betrekken bij het beleid om zo beter te kunnen aansluiten bij de behoeften van jongeren. De raad moet gaan bestaan uit 20 jongeren tussen de 16 en 24 jaar uit alle provincies.
- Volgens regeringscommissaris Mariëtte Hamer hebben de NPO en de omroepen nog een lange weg te gaan om te zorgen voor een veilige werkomgeving.
- Een dag nadat ze deze uitspraken deed in een zogeheten reflectiebrief werd bekend dat de gehele Raad van Toezicht van de NTR opstapt. Zij hebben een "aanzienlijk aantal meldingen van serieuze aard" gekregen over mediadirecteur Willemijn Francissen. Volgens de opgestapte raad moeten nieuwe toezichthouders het onderzoek hiernaar begeleiden.
- De NPO stopt met de eigen Mastodon-server die het twee jaar geleden startte. Mastodon is een open alternatief voor Twitter, waarbij iedereen een eigen server kan starten. Er wordt alleen nauwelijks gebruikgemaakt van de NPO-server; bijna alle omroepen zijn gestopt met hun Mastodon-experimenten.
- In Australië is een wetsvoorstel goedgekeurd dat het gebruik van social media door kinderen onder de 16 verbiedt. De techbedrijven achter de sociale netwerken worden verantwoordelijk voor het uitvoeren van de wet en kunnen rekenen op hoge boetes als ze dat niet (goed) doen.
- Canadese mediabedrijven spannen een rechtszaak aan tegen OpenAI voor het illegaal gebruik van hun content voor het trainen van AI-modellen. Het bedrijf zou inbreuk maken op het auteursrecht en gebruiksvoorwaarden negeren.
- Bluesky zegt dat het ervoor gaat zorgen dat het voldoet aan de Europese regelgeving die is vastgelegd in de Digital Services Act. Eerder in de week kreeg het sociale netwerk kritiek dat het de DSA niet zou naleven, onder meer omdat het niet communiceert hoeveel gebruikers het in de EU heeft.
- ElevenLabs heeft weer een nieuwe toepassing van zijn text-to-speech-technologie beschikbaar gemaakt. Je kunt nu podcasts genereren waarin twee stemmen praten over een tekst of video die je de tool geeft. Het idee doet denken aan eenzelfde soort functionaliteit die Google aanbiedt via de tool NotebookLM. De tool van ElevenLabs werkt ook in het Nederlands.
- Vorige week schreef ik over de verdere opkomst van videopodcasts. New York Magazine publiceerde deze week een uitgebreid artikel over deze ontwikkeling.