7 min read

Laten we met zijn allen wat opener zijn

Goedemiddag,

Net als in iedere sector kunnen mediabedrijven ontzettend veel van elkaar leren. In een maatschappij die, mede gedreven door technologie, continu verandert, moet je je blijven aanpassen. En het is zonde als iedereen continu dezelfde fouten maakt of niet slim gebruik maakt van wat bij anderen goed werkt. Nu speelt bij het delen van allerhande cijfers en succesverhalen altijd het fenomeen concurrentie mee, maar als je genoeg vertrouwen hebt de in de kracht van je eigen merk en mensen, dan zou dat eigenlijk geen issue mogen zijn.

In Nederland merk ik desondanks dat er (te) weinig wordt gedeeld. Al zijn er positieve uitzonderingen. Zo deelt de hoofdredactie van NU.nl echt heel veel cijfers en resultaten. Colin van Hoek, adjunct hoofdredacteur bij de site, deelde afgelopen week een hele reeks interessante inzichten op social media.

We focusten voor het eerst (ook) op inlogs. Er zijn nu dagelijks 400% meer mensen ingelogd dan eind vorig jaar. Ik ben vooral trots dat we tegelijkertijd NU.nl hebben versterkt. Namelijk met NU+ waar je extra achtergrond, uitleg en verdieping krijgt in ruil voor een inlog.
Push was een belangrijk onderdeel van onze strategie. We verstuurden veel meer persoonlijke pushes op basis van leesgedrag en haalden daar 29% meer sessies uit. Het verkeer uit tagpushes (waar je jezelf op abonneert) steeg met 15%. Beide pushvormen dragen bij aan terugkerend bezoek en zijn populair onder onze bezoekers.
1 miljoen mensen (!) ontvingen van ons een prikpush wanneer ze aan de beurt waren voor hun eerste vaccinatie en/of de boosterprik.

Het is overigens iets wat ik ook heel sterk merk in de podcastindustrie. Nederlandse podcastmakers zijn terughoudend om te praten over hun luistercijfers en het openbaar maken hoeveel steun ze ontvangen via donatieplatformen als Patreon of Vriend van de Show is al helemaal taboe. Dat terwijl het super interessant is om te leren bij welk soort podcasts welke vormen van oproepen en bedankjes werken de conversie het hoogste is. Daar wordt iedereen beter van en niemand slechter.

Nu ben ik niet echt iemand die aan goede voornemens doet en 9 januari is sowieso misschien wat laat, maar toch: laten we in de media dit jaar allemaal wat opener zijn over resultaten, succes, mislukkingen en geleerde lessen. Mijn mailbox staat altijd open als je iets hebt dat je met een groter publiek (bijna 1500 abonnees en een open rate van boven de 50 procent) zou willen delen.

In deze nieuwsbrief wil ik het verder met je hebben over:

  • The New York Times neemt sportsite The Athletic over.
  • Het probleem van geautomatiseerde advertenties in podcasts.
  • Twitter test foto/video-reacties op een tweet.

Fijne zondag,

Elger

The New York Times koopt The Athletic

The New York Times neemt sportsite The Athletic over voor meer dan een half miljard dollar

De Amerikaans-Britse sportsite The Athletic begon zes jaar geleden en is in korte tijd razendsnel gegroeid en zette al vroeg vol in op langere (achtergrond)artikelen en betaalde abonnementen. Er werken inmiddels 600 mensen, waarvan tweederde journalist is. Het probleem was alleen dat het redelijk hard door zijn geld heen ging (zoals meer startups) en dus werd er gezocht naar een koper. The New York Times, die regelmatig overnames doet om zijn journalistieke portfolio te verbreden, neemt de site over en betaalt er 550 miljoen dollar voor.

De overname is voor beide partijen goed nieuws

Vox.com vat de overname simpel samen: The New York Times zoekt naar meer abonnees voor zijn portfolio aan titels en The Athletic maakt geen winst.

The Times gets a new subscription business it can market along with its core product. It’s also a product that doesn’t conflict with anything the Times does now. The paper has largely ignored sports in general over the past few years, and spends next to no time covering individual sports teams, which is the entire point of the Athletic.
The Athletic, meanwhile, has already signed on 1 million paying subscribers, confounding many skeptics — including the guy typing this — who didn’t think there were that many people who’d pay to read about their favorite sports teams. Attaching itself to the Times means the startup enjoys the benefits of a much bigger marketing engine. And, crucially, it means the Times can offer subscription bundles that include both publications, which could make Athletic subscribers less likely to cancel their subscriptions when their team/sport isn’t playing — which people familiar with the Athletic tell me is a problem for the company right now.

Podcastadvertenties

Het probleem van geautomatiseerde advertenties in podcasts

Advertentie- en techbedrijven willen de verkoop van advertenties graag personaliseren en automatiseren. Met podcasts is dat altijd een uitdaging geweest, omdat de techniek in de basis simpel en ouderwets is. Je weet niet veel meer dan een IP-adres van een luisteraar en ze krijgen simpele mp3-bestanden voorgeschoteld. Toch is er de laatste jaren van alles bedacht om de verkoop en distributie van advertenties in podcasts te automatiseren. Het zorgt voor irritantere advertenties die meer lijken op radiocommercials, maar ook voor vervelende situaties waarbij er rond podcasts spotjes te horen zijn die makers helemaal niet willen hebben. En de controle die makers hier over krijgen, blijkt alles behalve goed te werken.

Last year, an ad for the TV show The Sex Lives of College Girls popped up on an American Public Media (APM) podcast it shouldn’t have been approved for: a children’s show, a source familiar with the situation tells The Verge. Separately, a science podcaster says ads for BP and ExxonMobil were inserted into their program, despite them explicitly blocking ads for oil and gas companies. In both cases, the ads were served through the Spotify Ad Network, or SPAN, which launched last spring. They were either miscategorized or presented without any sort of content rating.

Spotify voegt kaarten op het scherm toe aan podcastadvertenties

Spotify ontwikkelt allerlei nieuwe technologie rondom podcasts die alleen werkt op Spotify zelf, omdat het geen onderdeel is van de RSS-standaard voor podcasts. De nieuwste toevoeging: zogeheten 'call-to-action cards', waarbij een adverteerder informatie (en links) op het scherm kan tonen na het horen van een audiocommercial.

Nieuwe mogelijkheden bij diverse social media

Twitter test foto/video-reacties op een tweet

Twitter test een functionaliteit waarbij je een foto of video kan maken als reactie op een tweet, waarbij de tweet waarop je reageert in beeld is. Zelf vraag ik me bij dit soort functies af wat de meerwaarde is, aangezien de kracht van Twitter juist de korte (tekst)berichten (eventueel ondersteund door beeld) zijn. Twitters kopie van Stories is ook nooit van de grond gekomen, omdat het geen visueel medium is zoals Instagram, Snapchat of TikTok.

TikTok test repost-functie

TikTok test op zijn beurt weer een functie die we vooral van Twitter kennen: de mogelijkheid om een bericht (een video in het geval van TikTok) te reposten. Op dit moment is de kracht van TikTok juist dat het een app is vol originele content. Reposten kan ervoor zorgen dat video's zich sneller verspreiden, maar kan er voor zorgen dat je ze dubbel te zien krijgt.

LinkedIn komt met een Clubhouse-kopie

LinkedIn is de afgelopen jaren goed geworden in het kopiëren van functies van andere sociale netwerken, maar doet dat eigenlijk standaard te laat en met weinig succes. De nieuwste gekopieerde functie: live audio-gesprekken a la Clubhouse.

Instagram brengt de chronologische feed terug

Instagram gaat gebruikers drie verschillende feeds aan bieden. Als eerste de algoritmische feeds die er nu is, die steeds meer aanbevolen foto's en video's laat zien van mensen die je niet volgt. Daarnaast kun je wisselen naar een chronologische feed met posts van mensen die je volgt en een feed met de posts van een (select aantal) favoriete accounts. Facebook kennende is de kans groot dat de app altijd opent op de algoritmische feed en dat je keer op keer handmatig moet wisselen naar de chronologische.

Instagram users enjoyed a chronological feed for years, but the company switched to an algorithmic feed back in 2016 after years of foreshadowing from parent company Facebook (now Meta) that the app would be its next advertising cash cow. With an algorithmic feed, Instagram was able to aggressively intersperse the ads that still dominate there, moving the app away from its origins as a chronological photo sharing space.
Fast forward to 2022 and the company isn’t re-introducing chronological feeds just to keep its users happy — if that was the case, they would have immediately reverted the changes back in 2016 in light of the public backlash. Instagram’s decision to bring back chronological feeds is a win for anyone who uses the app, but it’s also another example of how Meta generally only implements common sense changes to make its apps safer or better for users only when under duress, whether from bad press or looming regulation.

Dit wil ik ook nog met je delen