7 min read

Deepfakes zijn niet gevaarlijker dan andere vormen van desinformatie

Goedemorgen,

Corona heeft onze dagelijkse routines veranderd. Dat zien bedrijven terug in hun gebruikersdata. Bijvoorbeeld Google in onze reisbewegingen; de nutsbedrijven in ons gebruik van gas, water en licht en de nieuwsorganisaties in wanneer we hun apps en sites bezoeken. Op LinkedIn deelden Colin van Hoek van NU.nl en Gerard de Kloet van de NOS afgelopen weken grafieken van het gemiddelde verkeer op een dag in 2019 en 2020. De verschillen zijn direct zichtbaar.

Ons gebruik van de NOS-site en app laten zien dat we later opstaan, maar ook eerder naar bed gaan.
Bij NU.nl is van dat eerder naar bed gaan niet veel te merken, maar zie je wel duidelijk hoe we rond lunchtijd meer nieuws consumeren dan toen we nog massaal op ons werk zaten.

Altijd interessant om dit soort cijfers over ons gedrag te zien. Minstens zo interessant als de andere onderwerpen waar ik het deze week met je over wil hebben in deze nieuwsbrief:

  • Grote bedrijven betalen via advertenties mee aan de verspreiding van desinformatie over de Amerikaanse verkiezingen.
  • De discussie over contentmoderatie gaat ook over de vraag: op welk niveau ga je modereren?
  • Podcasts zouden er wel eens voor kunnen zorgen dat Spotify eindelijk winstgevend wordt.

Fijne zondag,

Elger

Hier wil ik deze week mee beginnen

Onderzoek: deepfakes zijn niet gevaarlijker dan andere vormen van desinformatie

Onderzoek: deepfakes zijn niet gevaarlijker dan andere vormen van desinformatie

De laatste jaren wordt er vaak gewaarschuwd voor de risico's van deepfakes. Met deze technologie kun je mensen van alles laten doen of zeggen, terwijl we gewend zijn dat dingen die we zien en horen kloppen. Recent wetenschappelijk onderzoek laat echter zien dat het niet veel uit maakt in welke vorm je nepmedia produceert (tekst, audio, video etc.). Andere factoren zijn doorslaggevend in hoe we bepalen of we het geloven of niet.

We demonstrate that political misinformation in the form of videos synthesized by deep learning (“deepfakes”) can convince the American public of scandals that never occurred at alarming rates — nearly 50% of a representative sample — but no more so than equivalent misinformation conveyed through existing news formats like textual headlines or audio recordings.

De dubieuze rol van online advertenties in de verspreiding van desinformatie

Grote bedrijven betalen via advertenties mee aan de verspreiding van desinformatie over de Amerikaanse verkiezingen

Grote bedrijven betalen via advertenties mee aan de verspreiding van desinformatie over de Amerikaanse verkiezingen

Meer dan 1600 bedrijven, van Disney tot Procter & Gamble, financieren de sites die desinformatie verspreiden over het verloop en de uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen. De sites verdienen namelijk geld via advertentieposities die Google (en enkele kleinere advertentienetwerken) geautomatiseerd voor ze verkoopt.

In a new report released Thursday by the news rating company NewsGuard, researchers found ads for more than 1,600 mainstream brands, from Disney to Procter & Gamble, running on 160 sites (including Kirk's) that have openly pushed election conspiracies. Google was responsible for ads on a whopping 80 percent of those sites. Another ad exchange, The Trade Desk, was running ads on roughly half.

Volgens Google is dit in strijd met de voorwaarden van hun advertentienetwerk en pakken ze de sites die desinformatie verspreiden actief aan, maar het onderzoek laat zien dat er toch flink wat sites doorheen glippen.

Blokjes met 'aanbevolen artikelen' verspreiden desinformatie

Blokjes met 'aanbevolen artikelen' verspreiden desinformatie

Je kent ze misschien wel: blokjes 'gerelateerde artikelen' onderaan een pagina die een mix van daadwerkelijke andere artikelen van de website en advertenties tonen. Die advertenties zijn sowieso al vaak van twijfelachtige kwaliteit, maar de blijken dus ook volop te worden gebruikt om desinformatie te verspreiden. In ieder geval die van het bedrijf Taboola. Op die manier verdienen (nieuws)sites geld aan de verspreiding van desinformatie.

De discussie over contentmoderatie bereikt zijn hoogtepunt

Europese Commissie ziet in blokkades Trump reden om tech strenger te reguleren

Europese Commissie ziet in blokkades Trump reden om tech strenger te reguleren

De gebeurtenissen van de afgelopen anderhalve week in de VS zijn voor de Europese Commissie het bewijs dat de grote tech-/internetbedrijven strenger gereguleerd moeten worden. Thierry Breton, de Eurocommissaris voor de Interne Markt, schreef daarom een opiniestuk in Politico.

“The fact that a CEO can pull the plug on POTUS’s loudspeaker without any checks and balances is perplexing. It is not only confirmation of the power of these platforms, but it also displays deep weaknesses in the way our society is organized in the digital space,” he warns. “These last few days have made it more obvious than ever that we cannot just stand by idly and rely on these platforms’ good will or artful interpretation of the law. We need to set the rules of the game and organize the digital space with clear rights, obligations and safeguards. We need to restore trust in the digital space. It is a matter of survival for our democracies in the 21st century.”
De discussie over contentmoderatie gaat ook over de vraag: op welk niveau ga je modereren?

De discussie over contentmoderatie gaat ook over de vraag: op welk niveau ga je modereren?

Contentmoderatie was de afgelopen jaren een steeds groter onderwerp van discussie geworden met de afgelopen twee weken als hoogtepunt (of eigenlijk dieptepunt). Meestal gaat het over de moderatie van content op platforms zoals Facebook, Twitter en YouTube. Tegelijkertijd zagen we bij de situatie rond Parler dat er moderatie plaatsvond door app stores en hostingprovider Amazon Web Services. Op welk niveau moet je wanneer en hoe modereren? Meer dan een jaar geleden verscheen dit stuk daarover dat nu actueler dan ooit is.

Een framework for moderatie

Een framework for moderatie

In het verlengde hiervan is dit stuk van Ben Thompson, dat zelfs nog enkele maanden ouder is, interessant. Hij zegt dat bedrijven die op het niveau van toegang tot informatie zitten (bijvoorbeeld je internetprovider) vooral op basis van legaliteit zouden moeten modereren, terwijl de platforms waar een gebruiker mee interacteert (Twitter, Facebook, YouTube etc.) meer zouden modereren naar eigen inzicht en vanuit hun verantwoordelijkheid. Mede omdat die bedrijven niet alleen zorgen dat iets toegankelijk is, maar ook de verspreiding versterken middels hun algoritmes. Het probleem is natuurlijk de monopoliepositie die deze bedrijven hebben.

Note the implications for Facebook and YouTube in particular: their moderation decisions should not be viewed in the context of free speech, but rather as discretionary decisions made by managers seeking to attract the broadest customer base; the appropriate regulatory response, if one is appropriate, should be to push for more competition so that those dissatisfied with Facebook or Google’s moderation policies can go elsewhere.

Podcasts en het grote geld

De grote internetbedrijven stoppen steeds meer geld in podcasting

De grote internetbedrijven stoppen steeds meer geld in podcasting

In mijn nieuwsbrief heb ik het vaak over hoe Spotify investeert in podcasting, omdat dat bedrijf daar tot op heden het actiefst mee bezig was. Andere internet-/techbedrijven worden echter steeds actiever. Amazon is de laatste maanden druk op dit vlak en ook Twitter heeft recent een podcastplatform overgenomen.

RTL Nieuws schreef een uitgebreid artikel over deze ontwikkeling, waarin het Nederlandse Dag en Nacht Media onthult dat zij de omzet (uit advertenties) jaar op jaar zien verdubbelen.

Podcasts zouden er wel eens voor kunnen zorgen dat Spotify winstgevend wordt

Podcasts zouden er wel eens voor kunnen zorgen dat Spotify winstgevend wordt

Bloomberg schreef een uitgebreid artikel over de podcaststrategie van Spotify en het belang hiervan voor de toekomst van het bedrijf.

In the past two years, Spotify has spent close to $900 million acquiring podcast production and technology companies. And it’s spent millions more on exclusive rights to shows from celebrities  such as Kim Kardashian and TikTok star Addison Rae. Two of its most popular programs are comedian Joe Rogan’s  The Joe Rogan Experience  and  The Michelle Obama Podcast , and Spotify expects new shows from Prince Harry and his wife, Meghan Markle, to put up big numbers, too. Spotify now hosts almost 2 million podcasts, up from 2,500 three years ago, and has more than 600 exclusives. Apple still has the most listeners in the U.S., but Spotify has narrowed the gap. And it’s No. 1 in many overseas markets.
The company has already converted more than 20% of its 320 million total users—about 70 million people globally—into podcast listeners. The larger the audience gets, the easier it is to pry ad dollars from radio and TV; Spotify’s ultimate goal is dual revenue streams from ads and subscriber fees.
De podcastplannen van Condé Nast lijken mislukt

De podcastplannen van Condé Nast lijken mislukt

De Amerikaanse uitgever Condé Nast wilde vorig jaar flink investeren in podcasts, maar de medewerkers die de shows maken werken inmiddels niet meer voor het bedrijf en zijn woedend over de manier waarop ze zijn behandeld. De toekomst van de podcasts die ze maakten is onduidelijk.

Dit wil ik ook nog met je delen