9 min read

Journalisten moeten tijd vrij maken om met mensen te gaan praten

De wijkredactie van OPEN Rotterdam gaat een aantal weken achter elkaar op woensdag naar een wijk om daar zoveel mogelijk mensen te spreken. Het levert unieke verhalen op.
Journalisten moeten tijd vrij maken om met mensen te gaan praten
Foto: Raoul Croes / Unsplash

Om te beginnen heb ik goed nieuws: vanaf heden is het mogelijk via iDeal of Bancontact te betalen voor een lidmaatschap op mijn nieuwsbrief. Dus wil je al een tijd lid worden, maar heb je geen creditcard, dan kun je nu gewoon lid worden. Ook kun je als bestaand lid je betaalmethode wijzigen als je dat fijner vindt.

Drie redenen om betalend lid te worden:

  1. Je ondersteunt me bij mijn nieuwsbrief die ik al negen jaar maak en waar ik het liefst een dag per week aan werk. Dat is op dit moment nog niet mogelijk en daarom offer ik een groot deel van mijn vrije tijd op aan het schrijven van deze nieuwsbrief. Als ik meer tijd kan vrijmaken, kan ik ook aan de slag met meer eigen verhalen en interviews. Dankzij betalende leden wordt mijn nieuwsbrief dus beter.
  2. Je krijgt twee keer zoveel nieuwsbrieven. Elke woensdag stuur ik namelijk een premium nieuwsbrief naar betalende leden. Op die manier hoef je niks te missen over wat er gebeurt op het gebied van online media en innovatie in de journalistiek.
  3. Je kunt een gratis online adviesgesprek met me inplannen. Ik denk erover na om in de toekomst ook op andere manieren mijn kennis en ervaringen te kunnen delen met leden.

Lid worden kost je €5,99 per maand en als je meteen voor een heel jaar lid wordt, krijg je een fikse korting.

Daarnaast nog een huishoudelijke mededeling: vanwege vakantie (ja alweer 😎) verschijnt er volgende week zaterdag geen nieuwsbrief. Ik heb een publicatieschema online staan, zodat je altijd kunt zien wanneer er geen nieuwsbrief verschijnt.

In deze nieuwsbrief wil ik het je hebben over:

  • Journalisten moeten het land en de wijken in, deze initiatieven kunnen als voorbeeld dienen.
  • Digital News Report 2024: Dit verwacht de nieuwsconsument van de journalistiek.

Journalisten moeten het land en de wijken in, deze initiatieven kunnen als voorbeeld dienen

Er klinkt weleens de kritiek dat journalisten te veel achter hun bureau zitten en weinig buiten komen. Nu is het simpelweg zo dat je tegenwoordig meer werk achter je bureau kunt doen dan voor de opkomst van het internet. Tegelijkertijd denk ik dat het daarom alleen maar belangrijker is om ook op pad te gaan en met mensen te spreken. En dan niet alleen om de mensen te interviewen die je al vanaf je bureau hebt voorgeproduceerd, maar om groepen in de samenleving beter te leren kennen en nieuwe verhalen op te halen.

Zeker op lokaal niveau is dat extreem belangrijk. Daarom vind ik het initiatief van de wijkredactie van de lokale omroep OPEN Rotterdam zo interessant. De wijkredactie gaat een aantal weken achter elkaar op woensdag naar een wijk om daar zoveel mogelijk mensen te spreken. Ze proberen van tevoren altijd wel een paar afspraken te maken, maar organiseren ook een inloopmoment en gaan simpelweg zelf de wijk in om met mensen te spreken.

De ene keer levert dat vrij snel een verhaal op. De andere keer vooral kennis en contacten die maanden later een verhaal opleveren.

In de podcast Media van Morgen van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (waarvoor ik heb meegewerkt aan de formatontwikkeling, opname en montage) vertelde Sascha Meijer van de wijkredactie van OPEN Rotterdam over waarom deze werkwijze in zijn ogen belangrijk is:

Je spreekt de mensen die misschien niet de weg naar een omroep weten te vinden. Bijvoorbeeld per telefoon of per mail. En we komen eigenlijk altijd terug met eigen contacten of eigen verhalen. Dus dingen die je niet ergens anders ziet. (...) Je spreekt echt andere mensen.

Vanuit die gesprekken ontstaan soms verhalen, die vervolgens volgens het normale journalistieke manier worden aangepakt:

We gaan op zoek naar verhalen die spelen in die wijk. En dat zijn ook niet dingen die we dan meteen opnemen. We nemen ook de tijd om dan vervolgens te kijken: oké, wat is dit verhaal nou echt? (...) Wat is er nou echt aan de hand? Je gaat wederhoor halen, je gaat misschien met de gemeente in gesprek.

Een mooi voorbeeld:

We zijn in Afrikaanderwijk geweest en daar hebben we een rondleiding gepland met een mevrouw, Janet. (...) En toen raakten we een beetje aan de praat en toen zagen we haar die week daarna weer en die week daarna weer. En dat heeft er uiteindelijk toe geleid dat we een portret hebben kunnen draaien van haar en haar man en haar dochter wat gaat over de stille armoede waarin ze leven. Dat is echt een heel kwetsbaar verhaal, waarvan heel veel media eigenlijk wel weten dat het speelt, maar zie maar eens die hoofdpersoon te vinden die daar heel open over wil spreken. Zeker stille armoede. Dus niet per se mensen die een uitkering hebben of naar de voedselbank moeten, maar mensen die heel hard werken en die het niet redden. Ik denk dat je zoiets alleen kunt maken op het moment dat je wel die vertrouwensband opbouwt. Dus dat mensen zien 'oh ze zijn hier, ze nemen even de tijd voor mij en ze zijn te vertrouwen'. Ik denk dat dat ook een belangrijk aspect daarvan is.

Eenzelfde soort werkwijze kan ook voor landelijke media werken. Niet door alle wijken in een stad af te gaan, maar wel door een tijdje te focussen op een bepaalde plek en daarin te investeren en mensen te spreken. Pointer van KRO-NCRV doet dat bijvoorbeeld, door een pop-up redactie op te zetten en vervolgens een tijdje te werken vanuit een plaats. Van Almelo tot Heerlen en van Vlissingen tot Leeuwarden. In september vestigt de pop-up redactie van Pointer zich een tijdje in Lelystad.

Vooraf kijkt Pointer al naar wat er speelt in de plek waar ze zich tijdelijk vestigen en ze zoeken ook contact met lokale journalisten om meer inzicht te krijgen in potentiële onderwerpen om mee aan de slag te gaan. Vervolgens vestigen ze zich ergens in het centrum van de stad in kwestie en nodigen ze iedereen die wil uit om langs te komen.

Het leverde de afgelopen jaren een heleboel interessante verhalen op: over geluidsoverlast door de JSF in Leeuwarden of over hoe de inwoners van Zuid-Limburg geen vergoeding krijgen voor mijnschade.

Een werkwijze zoals die van OPEN Rotterdam of Pointer vraagt om een tijdsinvestering, maar die levert uiteindelijk unieke verhalen op die anders niet gemaakt worden. En het zorgt ervoor dat de afstand tussen de journalistiek en mensen kleiner wordt, wat er weer voor kan zorgen dat het vertrouwen in de journalistiek groter wordt. Uiteindelijk is het een investering die je niet doet om een X aantal verhalen ergens te maken, maar het is een investering voor de lange termijn. En ik denk dat die op dit moment belangrijker is dan ooit.


Digital News Report 2024: Dit verwacht de nieuwsconsument van de journalistiek

Afgelopen maandag kwam het Digital News Report 2024 uit. Toen verstuurde ik al een extra nieuwsbrief waarin ik de 7 belangrijkste inzichten voor je selecteerde. Woensdag schreef ik over de inzichten op het gebied van het gebruik van kunstmatige intelligentie die uit het onderzoek naar voren kwamen. Vandaag wil ik het rapport er nog één keer bijpakken en inzoomen op de behoeften van het publiek.

Want in wat voor nieuws zijn Nederlanders eigenlijk geïnteresseerd? Lokaal nieuws scoort het hoogste: 61 procent van de ondervraagden zegt daar geïnteresseerd in te zijn, gevolgd door internationaal nieuws met 53 procent en politiek nieuws met 45 procent. Hierbij is het verschil tussen de groep 18-34 jaar en Nederlanders boven de 35 relatief groot, terwijl dat bij veel andere onderwerpen minder groot is.

Nu moet ik er eerlijk bij zeggen: ik vind dit altijd lastige cijfers. Er wordt sowieso wel gevraagd naar internationaal nieuws, maar niet naar landelijk nieuws. En veel categorieën zijn erg breed: wat is bijvoorbeeld lokaal nieuws? Gaat dat over de besluitvorming rond de bouw van een nieuwe woonwijk of over een brand? Dat is nogal een verschil...

De onderzoekers van het Reuters Institute hebben ook gevraagd of mensen vinden dat ze toegang hebben tot informatie over deze onderwerpen. Het aantal mensen dat zegt geen toegang te hebben informatie is gelukkig klein, al zijn er wel mensen die dat antwoorden. Het aantal mensen dat zegt slechts toegang te hebben tot een deel van de informatie is een stuk groter. Bij lokaal nieuws, internationaal nieuws, politiek en sportnieuws is dat meer dan 10 procent van de ondervraagden. Mijn eigen invulling is dat dit komt doordat nieuws zich steeds vaker achter een betaalmuur bevindt, maar dat is niet onderzocht.

Dit jaar is er ook gevraagd naar de verschillende behoeften die mensen hebben als het gaat om nieuws. Hiervoor is gebruikgemaakt van het nieuwsbehoeftemodel dat ook door SmartOcto wordt gebruikt. Op hun site vind je daar uitleg over.

Er is gevraagd in hoeverre mensen een bepaalde nieuwsbehoefte belangrijk vinden, waarbij 'op de hoogte worden gehouden' met 75 procent de belangrijkste behoefte is. Niet geheel onverwachts zie je dat de behoeften van de groep 18-34 jaar lager liggen, dan van de groep boven de 35. Er is echter één uitzondering: de behoefte 'nieuws dat vermakelijk is', wat overigens desondanks de minst belangrijke behoefte is.

Er is ook gevraagd of mensen vinden dat deze behoeften door de nieuwsmedia worden ingevuld. En dat is natuurlijk een interessante. Over het algemeen zou je kunnen zeggen dat de media daar goed in slaagt op twee behoeften na:

  • me een beter gevoel geven over de wereld.
  • verschillende perspectieven bieden over actuele onderwerpen.

In onderstaande grafiek is dit terug te vinden, maar hij is niet in één oogopslag helemaal te begrijpen. Er is een combinatie gemaakt van het belang van deze behoefte en of men vindt dat de journalistiek er in slaagt invulling te geven aan die behoefte.

De positie representeert op de horizontale as het percentage ondervraagden dat deze functie zeer tot enigszins belangrijk vindt. De hoogte staat voor het percentage dat vindt dat nieuws op deze functie (zeer) goed presteert. De stippellijn staat voor de gemiddelde verhouding tussen deze twee kenmerken. In het kwadrant rechtsboven staan de functies die belangrijk zijn en waarop goed gepresteerd wordt. Rechtsonder staan de functies die belangrijk zijn en waar de prestaties minder goed worden beoordeeld.

Interessant is dat zeker nieuwsmijders vinden dat de behoefte 'me een beter gevoel geven over de wereld' niet goed wordt ingevuld. Dat terwijl dat voor hen een relatief belangrijke behoefte is. Nu kun je stellen dat het niet de taak van de journalistiek is, maar hier ligt wel een kans om te zorgen dat we mensen niet verliezen...


Kort